Artisanale Angst
Laatst beklom ik een multipitch op Aiguillette du Lauzet, de Leeuwenkoningrots van Vallée de la Guisane, die de Franse Mufasa zonder enige twijfel zou hebben gekozen als podium om Simba aan zijn volk te laten zien. Hoe dichterbij je komt, hoe groter de massa gele steen lijkt te worden, met een enorme steile moederwand die uitkijkt op de hoogste bergen van Les Écrins. Ik was zelf toevallig geen Leeuwenkoningin die dag en wilde halverwege de multipitch terugkeren, alleen bleek de route hier niet op afgesteld. Je kon namelijk vanaf de top naar beneden lopen, wat de meeste klimmers deden. Dus moesten we onze abseilstandplaatsen bij elkaar knopen.
Onze voorlaatste abseil bracht ons bij een standplaats die me drie dingen zou leren:
1. Le spit artisanale, de artisanale haak. Haken die men jaren geleden zelf had geklust in een schuurtje voordat ze routes gingen openen op de Tête de Lauzet. Een robuust, verroest geval van een haak, die, zo zei mijn partner, het net zo goed zou doen als een moderne haak. Soms stuit je op van die kleine stukjes lokale klimgeschiedenis en dat vind ik heel leuk, behalve als ik er mijn leven aan moet toevertrouwen. Ze waren vroeger een stuk gestoorder dan tegenwoordig.
2. Hoe raar is het eigenlijk dat je zoiets als je leven toevertrouwt aan een artisanale haak, een oud stuk touw en een mephaak? Al die moeite die je de hele tijd doet om dat leven voort te laten duren, en dan hang je het aan een onbekende constructie op zestig meter hoogte in een verticale wand. Als niet-klimmer zou ik daar zelfs mijn laptop nog voor behoeden. Wat ik bedoel is: ik heb mephaken met mijn leven leren vertrouwen, en dikke oude stukken touw en nu ook artisanale haken. Net zoals ik willekeurige routebouwers vertrouw met hun moderne haken, en Mammut en Beal met hun touwen en ook Rino van de Apk-keuring die oogjes dichtknijpt zodat je met je dertig jaar oude, gammele bak toch trillend én legaal 120 op de snelweg kan rijden. Ik leer mijn leven constant aan mensen en dingen toe te vertrouwen. Alleen denk ik daar niet altijd over na. In de bergen soms wel. (We hadden de standplaats trouwens getest, mocht je je dat afvragen).
3. Ik stond voor die standplaats en had hem als solide beoordeeld. Mijn partner wachtte heelhuids beneden tot ik zou afdalen (die hadden we als eerste opgeofferd). Maar toch was ik bang dat het ding zou uitbreken, bang voor een vrije val en vooral: bang voor hoe bang ik tijdens en na die vrije val zou zijn. En toen bedacht ik me, zo voordat ik mijn ATC in het touw hing, dat als het enge zou gebeuren, ik op dat moment nauwelijks de tijd zou hebben om angstig te zijn. Ik zou geen trauma overhouden aan mijn eigen dood. Mijn huidige angst voor die angst was zodoende... onzinnig. Ik zou mijn angst gewoon aan het enge moment kunnen overlaten en op het enge moment zelf zou ik er niet eens onder lijden. En zo gleed ik langs het touw naar beneden. Relatief ontspannen. Aan een knutselhaak.
Ik heb zodoende niet alleen ontdekt dat ik niet per se heel bang hoef te zijn voor situaties waarin ik toch doodga, mocht het misgaan (afhankelijk van hoe de dood en ik op dat moment met elkaar kunnen opschieten), maar vooral dat mijn angst vaak (meestal...?) ontstaat wanneer ik me een mogelijk toekomstscenario inbeeld waarin ik heel bang zal zijn. Ik kan namelijk de angel uit mijn angst trekken door te bedenken dat ik er toch niet meer zal zijn om te lijden onder die angst. Daarbovenop komt dat die toekomstige situaties dus ingebeeld zijn, soms totaal irreëel, vaak hoogst onwaarschijnlijk, en af en toe (vooral in de bergen) misschien mogelijk, maar dan moet ik wel echt pech hebben of grote fouten maken.
Ernstige degradatie van zelfwaarde na het geven van een hakkelende speech en botsen op Italiaanse auto’s omdat die invoegstroken zo (^**&*@) kort zijn, ook dat zijn ingebeelde toekomstscenario’s waarin ik denk heel bang te zullen zijn, en die me daardoor heel bang maken. Maar zijn ze reëel?
Italianen rijden wel als gekken.
Hoe dan ook, ik vermoed dat ik het hier nog vaak over zal hebben, en dank Aiguillette du Lauzet (vooral die ene standplaats) voor mijn drie lessen. En de volgende keer kom ik er terug als Leeuwenkoningin. Of zal ik weer iets over mijn angsten leren. Of over artisanale haken. Of over artisanale angsten.