Het lijntje
Ken je die gidsen die hun klant aan kort touw door de bergen heen sleuren? Ik ben dat nu aan het leren.
Voor aanvang van de opleiding had ik vaak wat medelijden met zij die aan het andere uiteinde van het touw voortgetrokken werden. Want ’t deed me denken aan honden aan de lijn, die - erger nog - de tijd niet kregen om aan lantaarnpalen te snuffelen. Zelf was ik opgeleid door Oostenrijkse berggidsen (NKBV C1-3) en die hadden zich gericht op het vergroten van onze autonomie, waardoor we voortbewogen aan lopende zekering, met cursusmaten die niet zouden vallen. De kans dat onervaren, beginnende klanten vallen is echter een stuk groter en dan is lopende zekering zowel gevaarlijk voor de klant als voor de gids.
Dus heb je die gids-hond situatie als alternatief (of het volledig uitzekeren van klanten, wat we afhankelijk van het terrein leren af te wisselen). Zowel op steile stukken sneeuw als over de graat hou ik mijn klant – voorlopig trouwens een instructeur die min of meer toneelspeelt – op een paar meter afstand en strak, altijd strak, zodat de klant de kans niet krijgt om te vallen, of geen snelheid ontwikkelt wanneer hij of zij valt.
Ik hou het touw dus in handen en voel altijd wat van het gewicht, de aanwezigheid van mijn klant. En dat voelt… niet alsof ik mijn klant uitlaat of meesleur. Het voelt veilig. Voor mij. Want wat mijn klant ook doet, ik ben dicht bij hem of haar en kan de situatie controleren, of in elk geval beïnvloeden. En voor de klant voelt het blijkbaar ook veilig, zeggen ze. Als ze de bergen niet kennen en de eigen pas niet vertrouwen, kan ik me best voorstellen dat ‘t strakke lijntje met een gids een hoop zekerheid geeft. Het allerleukste daaraan vind ik bij uitstek dat het voor mij voelt als een soort ‘ik ben er voor je wat er ook gebeurt’, misschien zelfs als een ‘ik zorg voor je’ via die drie meter touw. Mensen meenemen naar die waanzinnige heilige-berg-plekken daarboven en dan ook nog eens de eer hebben om hun volledige vertrouwen te genieten, daar zit iets heel bijzonders in.
Nog een paar dingen over dat strakke lijntje:
- Moet dat nou de hele tijd zo strak? - vraag je je misschien als klant wel eens af (ik ben toch geen snuffelende hond!). Nou…. Ik heb nog weinig ervaring als berggids, maar ik weet wel dat ik op een steil sneeuwveld absoluut kansloos ben wanneer een klant van tachtig kilo uitglijdt en ook maar een milliseconde vaart maakt. Daarom zal ik alleen maar kinderen van veertig kilo mee op pad nemen (dit is een grapje). Voorlopig neem ik in elk geval het zekere voor het onzekere en hou dat touw op spanning. Ik kan me voorstellen dat een ervaren berggids een klant op een graat af en toe wat meer speelruimte geeft, misschien een bekende, solide en ervaren klant zelfs op lopende zekering neemt, maar dat zal een oude rot van ‘t vak moeten beamen of ontkennen.
(Dit alles is natuurlijk anders wanneer je werkt met bergbeklimmers die autonoom willen worden. Daar gaat mijn opleiding nauwelijks vanuit, hoewel ik wel hoop dat ‘t een groot deel van mijn praktijk wordt.)
(Er zijn trouwens vast gidsen die hun klant wel als een hond door de bergen sleuren, omdat het hun achtste Cosmique van de week is en ze zin hebben om thuis op de bank hun favoriete serie uit te kijken. Als klant kan je dan het beste maar gaan blaffen, kijken of dat wat gene losmaakt).
- Een vriendin van me volgde laatst een opleiding tot instructeur bij de ENSA en leerde ook ‘kort touw’. Een van haar cursusgenootjes voelde zich dermate veilig aan dat korte touw dat ze tijdens de afdaling vergat af te zekeren en na een steil stuk even hard aan het touw bleef trekken, zodat mijn vriendin het delicate gedeelte nauwelijks zelf heelhuids kon afdalen. In een situatie van twee qua ervaring min of meer gelijkwaardige alpinisten zou je zeggen dat de ‘hond’ in de gids-hond situatie ook z’n ogen open moet houden. Maar het gespannen stuk touw gaf zoveel veiligheid – of in elk geval de illusie daarvan – dat de hond in kwestie er gewoon vandoor ging.
- ‘Kort touw’ is zo makkelijk nog niet. Ik voelde me de eerste dagen behoorlijk klunzig met lussen in de ene hand, ‘de andere hand die ‘t touw op spanning hield en dan toch klimmen. Communicatie met de klant bleek hierbij nogal een toverwoord., ‘wacht hier even’, ‘kom maar’, ‘sta je goed’ en enzovoort, omdat de klant zich dan ook aan jou aanpast en jij niet als een gek hoeft te hollen om dat touw maar op spanning te houden.
En heb je wel eens op ongevaarlijke maar steile sneeuwveldjes je vrienden geprobeert te houden als die tijdens een afdaling wegglijden? Dat is ook nog een hele kunst; de kunst van het stevig staan op stijgijzers. Tip van de instructeur: als we ooit twijfelen of we de klant in een bepaalde context wel zullen houden, dan kunnen we de klant beter vragen om af te dalen op handen en voeten. Ook wanneer alle andere berggidsen en klanten op de berg met het gezicht naar het dal afdaalden.
- In mijn toekomst als berggids én psycholoog wil ik mensen via de bergsport vooruithelpen. Dat stukje touw onder spanning symboliseert voor mij inmiddels een klein beetje de relatie tussen klant en gids, en voor mijn zeer geheime professionele toekomstplan (zie ‘toekomst’ hierboven) is die heel belangrijk. Ik heb jarenlang aan de klantzijde gestaan en me veilig gevoelt onder de vleugel van berggidsen (zelfs aan lopende zekering), en ik kan niet anders dan denken dat daar potentieel in schuilt. In samenwerking met de bergen hoop ik een band te kunnen creëren met mijn klanten die onder normale zeeniveauomstandigheden misschien niet voor het oprapen ligt. Hoe cool zou dat zijn (heel cool, denkt de Aardappel, heel cool….).